Kleuteronderwijs

PAARS-gids:

Methodieken

Kleuteronderwijs

Op deze pagina vind je als leerkracht een overzicht van al het educatief materiaal dat gebruikt kan worden in de les.

Wil je op de hoogte gehouden worden van PAARS? Schrijf je dan hier in voor onze nieuwsbrief (tweemaal per jaar).

4-6j

Voorleesboek

Lou

De vier boekjes van Lou vormen een uniek educatief pakket voor de eerste tot derde kleuterklas. Voor de ontwikkeling ervan werkte çavaria samen met Kathleen Amant. Een vernieuwende visie op diversiteit vormde de basis voor het eerste boek ‘Lou op weg naar school’ en al het afgeleide materiaal. Niet alleen met gender en seksuele diversiteit werd rekening gehouden, maar ook met diversiteit, onder meer wat huidskleur, leeftijd en religie betreft. Dankzij een doordacht aanbod aan materiaal en activiteiten kan met de boekjes van Lou aan meer dan 70% van de ontwikkelingsdoelen van het Vlaamse kleuteronderwijs worden gewerkt. De boekjes kun je hier aankopen.

Download de handleidingen

Muziek

Videoclip

Tips

Met kleuters in gesprek over diversiteit

Kleuters zijn volop bezig met het ontwikkelen van referentiekaders: wat 'braaf' is en 'stout', wat 'leuk' is en 'niet leuk'. Ze ontwikkelen ook een idee over wat ‘normaal’ en ‘abnormaal’ is. Kleuters die nog nooit bewust in aanraking zijn gekomen met een gezin dat niet bestaat uit mama, papa en één of meerdere kinderen, denken vaak dat dit de enige mogelijke gezinssamenstelling is.


Hetzelfde geldt voor ideeën over wat hoort voor jongens en voor meisjes. Onderzoek toont aan dat kinderen al op de leeftijd van 6 à 7 jaar, aan het einde van de kleuterschool dus, strakke ideeën hebben over deze rollen. Bij de oudste kleuters is dat makkelijk vast te stellen: ze geven elkaar commentaar (“Dat T-shirt is voor jongens, want er staat een dinosaurus op” of "Meisjes kunnen veel mooier kleuren”). Ze hebben vaak stereotiepe opvattingen (“Papa’s kunnen niet goed voor baby’s zorgen. Dat doen de mama’s”) en bestraffen kinderen die zich niet (volledig) gedragen volgens de stereotypen (je moet als jongen al sterk in je schoenen staan om op het carnavalsfeest een prinsessenkleed aan te trekken). Op dit moment, in onze huidige cultuur, is de rol die meisjes en vrouwen mogen opnemen een stuk breder dan die voor jongens en mannen. Het piratenmeisje zorgt voor minder vreemde blikken dan de prinsessenjongen.

Vijf tips:

1. De basisregel: geef kinderen meer vragen dan antwoorden
“Ik denk dat Lou een jongen is.”
Waarom denk je dat?
“Omdat hij kort haar heeft.”
Kunnen meisjes geen kort haar hebben? (Link eventueel naar een meisje of vrouw met kort haar die ze kennen.)
“Jawel, maar dat zijn niet echt helemaal meisjes.”
Als we het haar van Aïsha zouden afknippen, is ze dan plots minder een meisje?

(Als de kinderen in dit gesprek zelf concluderen dat veel meisjes lang haar hebben maar dat kort haar oké is, dan is dat goed. Zelf kun je besluiten met een vraag: "Kunnen we door het haar van Lou weten of Lou een jongen of een meisje is?" Nee.)

“Jongens mogen geen hoge hakken dragen, he?”
Waarom niet?
“Dat zijn meisjesschoenen!”
Waarom zijn dat meisjesschoenen?
“Omdat er een strikje op zit.”
En kunnen jongens geen schoenen aandoen waar een strikje op zit? (Blijf vragen stellen en zorg voor een open einde van het gesprek, zodat de kleuter verder kan denken.)


2. Als er een eenvoudig antwoord is, geef dat dan ook
“Wat is een lesbische?” Een lesbienne is een meisje dat verliefd wordt op een meisje.

(Je kunt dit gesprek verrijken door te vragen hoe het heet als een meisje verliefd wordt op een jongen (hetero). We benoemen immers veel vaker de ‘uitzondering’ dan de ‘norm’.)


3. Reageer op dagelijkse, stereotiepe uitspraken van kinderen
“De poppenhoek is alleen voor meisjes.”
Wij hebben in de klas geen hoeken die alleen voor jongens of meisjes zijn.

Waarom zeg je dat eigenlijk: “Vuile homo”? Is Laurent verliefd op een jongen?

“Euh…”

Want dat is wat een homo is: een jongen die verliefd is op een jongen. Homo is geen scheldwoord. Dat zegt gewoon op wie iemand verliefd wordt. Trouwens, aan uitschelden doen wij niet mee! (Handel verder af zoals altijd bij een scheldpartij.)


4. Maak duidelijk waar je als school voor staat
“Ik werk niet met Eveline. Ik werk niet met meisjes.”
Waarom wil je niet met Eveline werken?
“Omdat ze een meisje is. En ik mag van mijn papa niet met meisjes werken.”
Ik kan begrijpen dat dat thuis bij jou zo is. Maar hier zijn we op school. En op onze school maakt het niet uit of je een jongen of een meisje bent. Hier werkt iedereen met iedereen.


5. Let op je eigen taalgebruik
Ben je je bewust van de stereotypen in je eigen taal? Onderzoek toont dat we meisjes gemiddeld meer complimenten geven voor hun uiterlijk (“Wat een mooi kleedje heb jij aan!”), behulpzaamheid en volgzaamheid (het kind deed exact wat jij vroeg). Jongens krijgen gemiddeld meer complimenten voor hun kracht (“Ik zoek een paar sterke jongens om mij te helpen”), initiatief nemen en creatief probleemoplossend denken.


Vraag je (ruimer dan wat je zegt) ook eens af wat de meerwaarde is van bepaalde indelingen in jongens en meisjes die je maakt. Elke keer dat je hen op die manier opdeelt, versterk je het beeld dat jongens en meisjes fundamenteel verschillende wezens zijn. Denk daarbij onder meer aan verschillende naamkaartjes, rijen ('een rij voor jongens en een voor meisjes'), brooddoosbakken per geslacht, groepsindeling voor bepaalde taken en een opsplitsing voor het schoolfeestnummertje. Als je groepen wil maken, zijn er veel andere mogelijkheden dan jongens/meisjes, bijvoorbeeld: veters/velcrosluiting, haarkleur, kenmerken van kledij en toeval (namen trekken). Wissel af.



Bron tekst: schooluitdekast.be

Algemene tips voor in de kleuterklas

Zorg voor evenwicht in het beeld- en lesmateriaal


Kijk eens kritisch naar het beeldmateriaal: het klassieke gezin met een traditionele rolverdeling is nog vaak aanwezig. In de huidige maatschappij komen veel andere vormen voor. Zorg dat deze voorbeelden ook voldoende aanwezig zijn in je beeld- en lesmateriaal. Gebruik vooral beeldmateriaal waarin de verhouding jongens en meisjes gelijkwaardig is en zorg voor voldoende roldoorbrekende beelden.


Om je hierbij te helpen, heeft çavaria een checklist ontwikkeld waar je eenvoudig het beeld- en lesmateriaal mee kunt screenen op de gender- en heteronorm. Die is HIER te downloaden.


Zorg ervoor dat iedereen alles kan uitproberen. Jongens die liever met de poppen spelen en een meisje dat het speelgereedschap wil uitproberen? Dat mag geen enkel probleem zijn en hoeft niet gecorrigeerd te worden. Als de kinderen er elkaar op wijzen dat bepaald speelgoed alleen voor jongens of meisjes is, wijs hen er dan op dat speelgoed voor iedereen geschikt is. Wees ook kritisch in welk speelgoed je aanschaft voor de school. Ook de marketingmachines van vele bedrijven slagen erin om aan dagelijkse objecten een gender te geven.



Maak je taal genderneutraal


Gender is voortdurend aanwezig in ons taalgebruik, terwijl het vaak niet nodig is, noch de bedoeling is, om telkens het onderscheid te maken tussen jongens en meisjes. Je gebruikt dus beter het woord ‘kinderen’ in plaats van ‘jongens’ of ‘meisjes’ als je een groep wilt aanspreken. Ook als je spreekt over ouders of familiale banden kan je door kleine trucjes het verschil maken. Gebruik neutrale termen als ‘lief’ of ‘partner’ en spreek, als je het over een gezin hebt, niet altijd als vanzelfsprekend over een mama en papa, maar zeg soms ook eens ‘mama en mama’ of ‘papa en papa’.



Deel de groep eens anders in


Er zijn heel wat momenten waarop je als leerkracht de groep in tweeën moet splitsen of moet onderverdelen in meerdere groepjes. Het gebeurt vaak dat groepen ingedeeld worden op basis van hun sekse. Met andere woorden, de jongens gaan aan de linkerkant staan en de meisjes aan de rechterkant. Het is gemakkelijk om op deze manier in te delen, maar het benadrukt wel telkens het verschil tussen jongens en meisjes. Hoe vaker kinderen hiermee geconfronteerd worden, hoe groter de kans dat ze zich er ook naar gaan gedragen, met een sterk stereotiep beeld tot mogelijk gevolg.


Kies thema's die iedereen aanspreken. Ook thema’s die in een klas besproken worden zijn gendergevoelig. We kunnen op basis van stereotypen voorspellen wat in de smaak zal vallen bij meisjes en bij jongens. We gaan er vanuit dat meisjes enthousiaster worden bij thema’s die gaan over prinsessen en baby’s, terwijl jongens dan weer enthousiaster worden bij thema’s als auto’s en sport. Om deze stereotypen te doorbreken kan je een thema op een andere manier behandelen. In plaats van de technische kant van een auto te belichten kan dit ook vanuit een historisch en sociaal perspectief.


Bespreek het gender-, holebi- en transgenderthema in de klas. Soms is het goed om deze thema’s iets explicieter te behandelen in de klas en er samen over te praten. Je kan dit op veel verschillende manieren doen. Via de methodiekenpagina kan je heel wat leuke werkvormen terugvinden.



Spreek consequent kinderen aan op hun stereotypen


Kinderen beginnen elkaar al op een zeer jonge leeftijd te corrigeren over wat wel of niet voor jongens of meisjes is. Iemand die zich daar niet aan houdt, zal dat al snel mogen horen of gepest worden. Spreek kinderen consequent aan op de stereotypen die ze gebruiken. Het kan ook een perfecte aanleiding zijn om in je klas het thema verder te bespreken.



Geef een duidelijke boodschap: Hier is iedereen gelijk


Het lijkt een evidentie dat alle kinderen gelijkwaardig zijn, maar genderverschillen zijn vaak ook cultureel bepaald. Kinderen krijgen van thuis uit soms andere ideeën mee dan dat ze op school leren. Heb respect voor verschillen, maar hou als basisregel aan dat iedereen hier gelijkwaardig is aan elkaar.



Stimuleer en waardeer roldoorbrekend spel


Het is een moeilijk onderwerp voor veel mensen, kinderen die met een andere genderrol spelen. Voor meisjes is het al wat meer getolereerd: niet veel mensen kijken op als een meisje zich jongensachtig aankleedt en op straat aan het voetballen is. Een jongen die zich daarentegen kleedt als een meisje en ‘meisjesachtig’ gedrag vertoont, krijgt te maken met veel meer opmerkingen of zelfs onbegrip en uitsluiting. Er is echter niets mis met dit gedrag, omdat kinderen spelen met hun genderidentiteit en zichzelf hierin moeten leren ontdekken. Je kan in de klas een goed gevulde verkleedkist zetten waarbij kinderen zich op een veilige manier kunnen uitleven in allerlei rollen.


Inschrijven nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

die we (2x per jaar) versturen naar alle leerkrachten.

Zo blijf je als eerste op de hoogte van alle nieuwigheden van PAARS.