LGBT+’ers met buitenlandse roots, je ziet of hoort ze nauwelijks in de media. De Brusselse activiste Aïda Yancy (zij/haar) probeert hierin verandering te brengen. “Veel mensen denken dat personen van kleur niet queer kunnen zijn.”
Door Mara Claes
Als zwarte queer activiste en feministe geeft Aïda Yancy regelmatig lezingen en workshops rond thema’s die haar nauw aan het hart liggen. Bij RainbowHouse Brussels werkte ze aan een toolbox waarmee hulpverleners meer safe spaces voor LGBT+-personen van kleur kunnen creëren. Dat zijn ruimtes die vrij zijn van vooroordelen, conflicten en discriminatie. “Om je ergens veilig te voelen, moet je merken dat je er thuis hoort. Bovendien moet de omgeving jou als volwaardig persoon beschouwen.”
Aan de kant geschoven
“Je ergens veilig voelen als persoon met buitenlandse roots, is niet altijd evident. In de media en het nieuws word je er bijna dagelijks aan herinnerd dat je leven als persoon van kleur minder waarde heeft. Je wordt sneller aan de kant geschoven.” Ze maakt zelf ook regelmatig negatieve ervaringen mee die haar onveilig doen voelen. “Vooral in de zoektocht naar een woonplaats, een job, een hobby … komt dat gevoel heel erg naar boven.”
“Bovendien is onze samenleving nog te heteronormatief”, gaat Aïda verder. Dat betekent dat heteroseksualiteit nog steeds de norm is en elke afwijking als abnormaal wordt beschouwd. “Nochtans schaadt trans, bi of homoseksueel zijn niemand. Of we nu akkoord zijn of niet, LGBT+-personen bestaan.”
Terug in de kast
“Mijn nauwe omgeving is heel belangrijk voor mij, bij hen kan ik volledig mezelf zijn. Ik hecht ook veel belang aan mijn eigen community. Het voelt goed om in contact te komen met mensen die in hetzelfde schuitje zitten en jouw situatie begrijpen. Zonder hen zou ik niet de persoon zijn die ik nu ben.”
“Zonder mijn omgeving zou ik niet de persoon zijn die ik nu ben”
Als Aïda over haar gezin en vrienden praat, verschijnt er een fonkeling in haar ogen. Maar als tiener werd ze minder goed omringd. “Toen ik 17 jaar was, ben ik voor het eerst uit de kast gekomen. Ik heb toen zoveel negatieve ervaringen meegemaakt, dat ik terug in de kast ben gekropen. Pas toen ik eind de twintig was, voelde ik me comfortabel om weer openlijk voor mijn geaardheid uit te komen.”
Ze besloot alle mensen die haar niet steunden uit haar leven te weren. “De laatste jaren is mijn entourage heel erg veranderd. Ik heb noch de tijd, noch de mentale ruimte om me te omringen met personen die mij niet accepteren zoals ik echt ben.”
Angry black woman
Aïda krijgt regelmatig met homofobie en racisme te maken, al is er wel een verschil. “Aan sommige individuen zie je dat ze queer zijn, maar vaak moet je je eerst outen voor je homofobie meemaakt. Het staat niet op mijn gezicht geschreven dat ik LGBT+ ben. Mijn huidskleur daarentegen kan ik niet verstoppen.”
Haar etniciteit gaat vaak gepaard met vooroordelen. “Als je als zwarte vrouw voor jezelf opkomt, ben je snel een angry black woman. Dat is een stereotiep beeld waarbij verontwaardiging bij zwarte vrouwen wordt afgeschilderd als irrationele woede. Zo neemt niemand je nog serieus als je je tegen bepaalde problemen in de maatschappij verzet.”
“Ik krijg vaak verbaasde reacties: ‘zwarte lesbische vrouwen bestaan echt?’”
Aïda krijgt regelmatig opmerkingen over haar geaardheid als zwarte vrouw. “Veel mensen denken dat wij niet queer kunnen zijn. Ik krijg vaak verbaasde reacties: ‘Zwarte lesbische vrouwen bestaan echt?’ Ja, hoor. We zijn er altijd geweest”, zegt Aïda lachend. “Er bestaan zelfs prekoloniale sporen van verschillende genderidentiteiten en seksuele oriëntaties.”
(On)bevooroordeeld
“Het is belangrijk dat we homofobie stevig aanpakken, zodat LGBT+-personen (van kleur) zich veiliger voelen in onze maatschappij. Queer zijn is nooit het probleem, de vooroordelen van anderen wel. Bovendien zijn er veel LGBT+-personen in de wereld, we zijn echt niet zo uitzonderlijk.”
“Niemand is onbevooroordeeld, ook de LGBT+-community niet”, gaat Aïda verder. “Zo denken velen nog steeds dat alle moslims homofobisch zijn, terwijl je perfect moslim én queer kan zijn.” Daarom vindt ze zelfreflectie essentieel: “We moeten ons bewust worden van onze vooroordelen en er iets aan doen.”
“Kinderen moeten al van jongs af aan het verschil tussen gender, geslacht en geaardheid leren”
Aïda vindt scholen de ideale plek om met jongeren over LGBT+ te praten. “Het LGBT+-thema komt nu onvoldoende in de lessen aan bod. Als het al behandeld wordt, dan blijft het zeer vaag en oppervlakkig.” Daarom moet er volgens haar een curriculum komen waarin scholieren zonder taboes over seksualiteit en relaties kunnen praten. “Het is belangrijk om kinderen al van jongs af aan uit te leggen wat het verschil is tussen gender, geslacht, geaardheid enz. Dat zou al veel vooroordelen en verwarring wegnemen, zeker bij jongeren die hun eigen identiteit nog moeten ontdekken.”
LGBT+ in de media
Ook de media spelen een belangrijke rol om LGBT+-personen van kleur zichtbaarder te maken in onze samenleving, vindt Aïda. “Queer personen met buitenlandse roots moeten meer aan bod komen in de media. Toen ik een tiener was, zag ik mezelf nergens vertegenwoordigd. Een zwarte queer vrouw leek onbestaande.” Daardoor worstelde Aïda lang met haar identiteit als puber.
Tegenwoordig brengen streamingdiensten zoals Netflix steeds vaker LGBT+-personen van kleur in beeld. Dat vindt ze een goede vooruitgang. “Het is uiteraard fijn dat witte hetero’s ontdekken dat zwarte of Aziatische LGBT+’ers wel degelijk bestaan, maar die representatie is vooral belangrijk voor LGBT+-personen van kleur zelf. Het toont hen dat ze mogen bestaan en niet alleen zijn. Je hebt queer personen van elke religie, etniciteit en cultuur. Iedereen kan LGBT+ zijn.”